De zorg bij borstkanker is de afgelopen jaren verbeterd. Het percentage vrouwen dat na een borstsparende operatie opnieuw onder het mes moet omdat de tumor niet volledig is verwijderd, is tussen 2007 en 2009 gedaald van 12,1 naar 8,9 procent.

Dat blijkt uit een onderzoeksrapport dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) donderdag heeft gepubliceerd.

De IGZ stelt verder vast dat de diagnostiek is verbeterd. Alle onderzochte ziekenhuizen beschikken inmiddels over de middelen om voor de operatie de definitieve diagnose te stellen.

Dat komt de kwaliteit van de zorg ten goede omdat de patiënte snel weet waar zij aan toe is. Ook vindt nu overal overleg plaats tussen artsen van verschillende disciplines over de diagnose en het te volgen behandelplan.

Ervaring en routine

Verder blijkt dat vrijwel alle ziekenhuizen zich aan de afspraak houden dat een beperkt aantal chirurgen borstkankeroperaties uitvoert. Op die manier doen de artsen die de ingreep wel uitvoeren daar voldoende ervaring en routine mee op, wat het risico van complicaties verkleint.

Wel moeten ziekenhuizen beter per individuele chirurg bijhouden hoe vaak die per jaar een borstkankerpatiënt op de operatietafel krijgt. De inspectie vraagt de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVH), de beroepsvereniging van chirurgen, daarvoor een norm vast te stellen.

Geen norm

Nu bestaat er nog geen norm voor het minimale aantal borstkankeroperaties dat een chirurg per jaar moet uitvoeren. Zorgverzekeraar CZ ontwikkelde een eigen norm en publiceerde op grond daarvan in oktober een lijst van ziekenhuizen waar de zorg onder de maat zou zijn. Die stap kwam het bedrijf op veel kritiek te staan, ook van de inspectie die de norm die CZ hanteerde ondoordacht vond.

De NVH liet in een reactie weten de oproep van de IGZ tot een betere kwaliteitsregistratie te onderschrijven. De vereniging wil evenwel niet alleen kijken naar de prestaties van de chirurgen, maar ook naar die van andere specialisten die betrokken zijn bij de zorg voor borstkankerpatiënten.

Er zijn 2 soorten parfum shops: fysieke parfumshops en online parfumshop. Hieronder worden de voor- en nadelen van beide parfumshops beschreven, zodat je voor jezelf een keuze kan maken waar je jouw parfum koopt.

Fysieke parfumshop:

Wie kent dat niet? Je loopt de parfumerie binnen die bij jou in de buurt gevestigd is. De geur van allerlei parfums komt je direct tegemoet. Vaak zijn dit warme, zoetere geuren zodat het uitnodigend is om even een kijkje te nemen in de winkel. Het personeel vraagt je of ze je kunnen helpen met de zoektocht naar een geurtje. Je hoeft alleen maar te zeggen of je van warme of frisse geuren houdt en ze pakken er testers bij.
Een voordeel hiervan is dat je vaak nieuwe geuren kunt proberen. Zodat je niet zomaar iets koopt waar je later spijt van krijgt. Wel kun je je voorstellen dat de winkel aankleden en het personeel betalen duur is voor de winkel, daarom zijn de producten vaak duurder.

Online Parfumshop:

Bij een online parfumshop kun je makkelijk je parfum achter je pc bestellen. Deze wordt vaak de volgende dag al bij jou thuis afgeleverd. Nadeel van een online parfumshop is vaak dat je een product niet kan testen en je moet van de beschrijving van deze producten uitgaan. Wel is het ideaal om een parfum te bestellen waarvan je weet dat deze lekker ruikt. Vaak zijn online parfumshops vele malen goedkoper dan een echte parfumerieshop.

Probeer eerst een parfum uit bij de parfumerie bij jou in de buurt en ga daarna kijken op internet. Vaak scheelt het je geld.

Groente en fruit dat rijk is aan het antioxidant alfacaroteen bestrijdt ziektes en verlengt je leven. Dat blijkt uit onderzoek van de Centers for Disease Control and Prevention in de Verenigde Staten.

Uit het langlopende onderzoek bleek dat mensen die veel alfacaroteen in hun bloed hadden, 39 procent minder kans hadden om dood te gaan aan welke ziekte dan ook.

Oranje groente
Vooral gele en oranje groenten, zoals wortels, pompoen en zoete aardappelen, zijn rijk aan alfacaroteen. Maar ook in donkergroene groenten, zoals broccoli, spinazie, sperziebonen en sla, zit de antioxidant.

Aan het onderzoek deden ruim 15.000 volwassenen mee. Tussen 1988 en 1994 leverden ze bloed, zodat het alfacaroteen gemeten kon worden. Tot 2006 werd hun gezondheid onderzocht.

Ziekte en overlijden
Ook bleek dat mensen met veel alfacaroteen in hun bloed minder kans hebben op hart- en vaatziekten en kanker. Hoe hoger het gehalte aan alfacaroteen, hoe beter iemand beschermd is tegen ziekte en vroegtijdig overlijden.

Het onderzoek is gepubliceerd in de Archives of Internal Medicine.

Een simpele hoestsiroop kan voorspellen hoe borstkankerpatiënten reageren op het veelgebruikte medicijn Tamoxifen. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC.

Hierdoor zouden artsen in de toekomst de dosis van het kankermedicijn beter kunnen afstemmen op de individuele patiënt. Het medicijn zou daardoor beter kunnen werken.

Veel vrouwen met borstkanker worden behandeld met Tamoxifen. Tamoxifen zorgt ervoor dat de tumor minder snel groeit en de kans op uitzaaiingen kleiner wordt.

Standaarddosering

Het medicijn moet door het lichaam worden omgezet naar de actieve stof endoxifen om zijn anti-kankerwerking goed te kunnen doen. In welke mate vrouwen het medicijn omzetten, is echter bij elk individu verschillend.

Onderzoekers van het Erasmus MC hebben ontdekt dat hoestsiropen met de werkzame stof Dextromethorfan (in Nederland zonder recept verkrijgbaar) kunnen voorspellen hoe goed patiënten het kankermedicijn zullen omzetten.

“De manier waarop het lichaam de hoestsiroop omzet, komt grotendeels overeen met de manier waarop het lichaam Tamoxifen omzet”, zegt promovendus Anne-Joy de Graan van het Erasmus MC-Daniel den Hoed.

Het onderzoek kan helpen om patiënten met borstkanker een effectievere behandeling met minder bijwerkingen te geven.

Een Amerikaans bedrijf heeft toestemming gekregen van de overheid om een stamcelbehandeling op mensen te gaan testen. Het is nog maar de tweede keer dat de VS dat toestaat.

Advanced Cell Technology (ACT) uit Californië wil met stamcellen de ziekte van Stargardt gaan behandelen.

Door deze erfelijke oogziekte worden slachtoffers vaak op jonge leeftijd blind. In Nederland lijden ongeveer 2000 mensen aan de ziekte, in de VS zo’n 30.000.

Door de ziekte worden er te weinig cellen van een bepaalde soort aangemaakt in het oog. ACT kan die cellen produceren met stamcellen. Door ze te oogsten voordat ze zich ontwikkeld hebben tot andere cellen, kunnen wetenschappers zelf bepalen wat voor soort cel het wordt.

Embryo’s
De methode is controversieel, omdat er embryo’s voor moeten worden opgeofferd. ACT hoopt dat hun methode, waarbij het gaat om embryo’s die maar acht cellen groot zijn en die anders weggegooid zouden worden, minder ophef veroorzaakt.

ACT gaat waarschijnlijk begin volgend jaar met twaalf mensen van start, waarbij de behandeling op één oog zal worden uitgeprobeerd. Eerdere proeven bij ratten waren veelbelovend.

Dwarlaesie
Eerder dit jaar kreeg een ander bedrijf toestemming om een experimentele stamcelbehandeling voor dwarslaesies te gaan testen. “Dit is een nieuw tijdperk in het stamcelonderzoek”, zegt de onderzoeksleider van ACT. “Na tien jaar vooronderzoek gaan we nu eindelijk de eerste praktische toepassingen van stamcellen zien.”